donderdag 20 februari 2014

Butifarra, 4 spelers - Spelregels

Dit spel is populair onder de Catalanen, maar zeker ook in de rest van de Occitaanse gemeenschap tussen Barcelona en Perpignan. Het is verwant aan klaverjas, omdat de 9 een speciale rol inneemt.



Een butifarra is trouwens een worstje, maar ook een slecht passende broek, deze twee elementen zijn dus aan te raden bij het spelen.


Spelers; 4, in 2 vaste partnerschappen
Speelrichting; wijzerzin
Kaarten; 48, verwijder de 10 in iedere bloem
Delen; ieder krijgt 12 kaarten
Troef; De deler maakt zelf troef of verklaart Butifarra, wat géén troef omhelst, of geeft dit recht aan zijn partner, die  dan verplicht is de keuze te maken. De tegenstanders mogen altijd "Dubbel" zeggen om het aantal spelpunten van deze hand te verdubbelen, en de delende zijde mag dit altijd "Herdubbelen", wat de punten dus netto verviervoudigd.

De slagvolgorde van de kaarten is 9-A-H-D-B--8-7-6-5-4-3-2.
De 9 (Manilla) is 5 punten waarde, A-H-D-B volgen daarop met respectievelijk 4-3-2-1 punten.
Iedere slag is ook een punt waard zoals gebruikelijk in Manille spellen, dat maakt in totaal dus 72 punten, waarvan er 37 gewonnen moeten worden om te winnen.

Voorhand begint het spel, de winnaar van een slag leidt de volgende slag. \
De regels voor spelen aan een slag verschillen met hoe de slag erbij ligt.

Is de tegenpartij de slag aan het winnen, dan moet je altijd de slag gaan leiden wanneer je kunt. Kun je dit niet, dan moet je een winnende troef spelen. Kun je niet leiden, en ook geen winnende troef spelen, dan mag je bijgooien wat je wilt.

 Is je partner de slag aan het winnen, dan moet je wel alsnog volgen, maar je hoeft niet de slag te gaan leiden ook al kun je dat.

De winnende zijde scoort wat ze winnen aan punten, de andere zijde niets. Echter dit verdubbelt in het geval van geen troef / Butifarra. Vervolgens worden Dubbel en Herdubbel toegepast indien dit gevallen is.

Manille Parlée, 4 spelers - Spelregels

Dit is de partnerschap variant van het Manille spel waarin volgens bepaalde regels gepraat mag worden over de kaarten.

Spelers; 4, in twee partnerschappen van twee
Kaarten; Piketspel, 32 kaarten.
Slagvolgorde en puntwaarde is 10 "Manille" (5) - A "Manillon" (4) - H (3) - D (2) - B (1) - 9(0)-8(0)-7(0) in iedere bloem
Speelrichting; met de wijzers van de klok mee
Delen; Deel 8 kaarten aan ieder, 4x4
Troef; Deler deelt de laatste kaart voor zichzelf open, en laat deze liggen totdat de eerste kaart aan de eerste slag gespeeld is.

Het spel wordt gewonnen door de eerste zijde die twee handen wint.

Naast de kaartpunten is iedere slag óók een punt waard, waardoor er in totaal 68 punten in het spel zitten. Een zijde wint door 35 of meer punten te behalen.

Voorhand begint het spel, de winnaar van een slag leidt de volgende slag. Vlak voordat je de eerste kaart speelt aan de slag mag je één vraag stellen over de hand van je partner, of een stuk informatie van je eigen hand openbaar maken. Seinen is ten strengste verboden, wat betekent dat je vragen helder en éénduidig moeten zijn, begrijpelijk voor de tegenstanders. Vragen moeten eerlijk beantwoord worden door de partners.

De regels voor bedienen van een slag verschillen met hoe de slag erbij ligt.

Is de tegenpartij de slag aan het winnen, dan moet je altijd de slag gaan leiden wanneer je kunt. Kun je dit niet, dan moet je een winnende troef spelen. Kun je niet leiden, en ook geen winnende troef spelen, dan mag je bijgooien wat je wilt.

 Is je partner de slag aan het winnen, dan moet je wel alsnog volgen, maar je hoeft niet de slag te gaan leiden ook al kun je dat.

De slag wordt gewonnen door de hoogste troef, of anders de hoogste kaart in de bloem die werd gevraagd.

Manille Muette, 4 spelers - Spelregels

Dit is de partnerschap variant van het Manille spel waarin niet gepraat mag worden over de kaarten.

Spelers; 4, in twee partnerschappen van twee
Kaarten; Piketspel, 32 kaarten.
Slagvolgorde en puntwaarde is 10 "Manille" (5) - A "Manillon" (4) - H (3) - D (2) - B (1) - 9(0)-8(0)-7(0) in iedere bloem
Speelrichting; met de wijzers van de klok mee
Delen; Deel 8 kaarten aan ieder, 4x4
Troef; Deler deelt de laatste kaart voor zichzelf open, en laat deze liggen totdat de eerste kaart aan de eerste slag gespeeld is.

Het spel wordt gewonnen door de eerste zijde die twee handen wint.

Naast de kaartpunten is iedere slag óók een punt waard, waardoor er in totaal 68 punten in het spel zitten. Een zijde wint door 35 of meer punten te behalen.

Voorhand begint het spel, de winnaar van een slag leidt de volgende slag. \
De regels voor spelen aan een slag verschillen met hoe de slag erbij ligt.

Is de tegenpartij de slag aan het winnen, dan moet je altijd de slag gaan leiden wanneer je kunt. Kun je dit niet, dan moet je een winnende troef spelen. Kun je niet leiden, en ook geen winnende troef spelen, dan mag je bijgooien wat je wilt.

 Is je partner de slag aan het winnen, dan moet je wel alsnog volgen, maar je hoeft niet de slag te gaan leiden ook al kun je dat.

De slag wordt gewonnen door de hoogste troef, of anders de hoogste kaart in de bloem die werd gevraagd.


Manille, 2-7 spelers - Spelregels

Manille zonder partnerschap, waaarin troef vrij gekozen mag worden. Ontleend zijn naam hoogstwaarschijnlijk aan de voormalige Spaanse stad Manilla.

Spelers; 2-7
Kaarten; Piketspel, 32 kaarten.
Slagvolgorde en puntwaarde is 10 "Manille" (5) - A "Manillon" (4) - H (3) - D (2) - B (1) - 9(0)-8(0)-7(0) in iedere bloem
Speelrichting; met de wijzers van de klok mee
Delen; Deel de kaarten zoveel mogelijk op, laat de rest liggen als een stok

Iedereen mag nu spelen of passen, in gedachten houdend dat hij of zij zelf een troefkleur mag maken. Tot vier spelers is het doel 21 punten te behalen, met meer dan vier spelers ligt dat doel op 15 punten. Voor dat het spel begint mag degene die besluit te spelen kaarten uitwisselen met de stok, alvorens de troefkleur te benoemen.

Naast de kaartpunten is iedere slag óók een punt waard, waardoor er in totaal 68 punten in het spel zitten. Een zijde wint door 35 of meer punten te behalen.

Voorhand begint het spel, de winnaar van een slag leidt de volgende slag. \
De regels voor spelen aan een slag verschillen met hoe de slag erbij ligt.

Je moet altijd de slag gaan leiden wanneer je kunt. Kun je dit niet, dan moet je een winnende troef spelen. Kun je niet leiden, en ook geen winnende troef spelen, dan mag je bijgooien wat je wilt.

De slag wordt gewonnen door de hoogste troef, of anders de hoogste kaart in de bloem die werd gevraagd.

Het aantal spelpunten dat iemand met één hand kan winnen moet vooraf worden bepaald, en kan afhankelijk gemaakt worden van het aantal kaarten dat iemand heeft uitgewisseld met de stok.

zaterdag 15 februari 2014

Handjas, 2-5 spelers - Spelregels

Eén van de weinige jas spellen met een solo variant voor vier spelers. Met name populair in Zwitserland.

Kaarten; 36, piketspel plus ook nog zessen.
Slagvolgorde (met punten tussen haakjes)
Jas (20) – Nel (14) – A (11) – K (4) – Q (3) – J(2) – 10 (10) – 9 – 8 – 7 – 6
Er zitten 152 punten op de kaarten, en nog 5 voor de laatste slag, 157 punten totaal.

Spelers; 2 tot 5. Ieder speelt voor zichzelf. Als er 5 spelen, dan zit er één steeds een hand uit.

Speelrichting; tegen wijzerzin

Delen;
Deel ieder 9 kaarten toe, 3x3x3. Met twee spelers deel je 4 handen, waarvan één een dode hand (waarvan één kaart voor troef gedraaid wordt) en de andere een extra hand. Met drie spelers leg je de overgebleven kaarten gedekt neer als een extra hand en draai de bovenste kaart troef. Met vier spelers draai je de laatste kaart van de Deler open voor troef, met vijf de laatste kaart van de Achterhand.

Als er een extra hand is, dan mag ieder om de beurt beslissen om zijn eigen hand om te ruilen met de extra hand, alleen is dit wel bindend. Slechts één speler kan dit doen. 

Roemen;
Voordat het spel begint mag je roemen voor kaarten in je hand, alleen de speler met de beste Roem scoort ervoor. Carrés zijn 100 waard, behalve boeren (200) en Negens (150).

Sequenties van 3 kaarten opéénvolgend in één bloem zijn 20 punten, 4 kaarten 50 punten, 5 kaarten 100 punten, 6 kaarten 150, 7 kaarten 200 punten, 8 kaarten 250 punten, negen kaarten 300.
Heer en vrouw van troef noem je Stuk, en is 20 punten waard.

Hebben meerdere spelers roem, dan is de roem die het hoogst scoort het meest waard, of anders degene met de meeste kaarten, of anders degene met de hoogste kaart in de roem, of anders die van troef, als laatste degene die het eerst declareerde.  De speler die scoort voor roemen, scoort voor alle roem die hij heeft.  Een kaart mag onderdeel zijn van één sequentie en één carré, maar altijd ook van Stuk.

Troef 6 mag worden omgeruild vanuit je hand voor de gedraaide troef in een twee- of driespelerspel, maar dit moet je doen voordat het roemen begint, of voor dat de hand gewisseld wordt.

Spelen;

Voorhand leidt de eerste slag. Je moet altijd bedienen of troeven (maar wel altijd overtroeven), als je niet kunt bedienen mag je (over)troeven of een andere kaart opwerpen. Is troef gevraagd, dan moet je altijd volgen en overtroeven, behalve wanneer je alléén nog de Jas hebt, die mag je achterhouden.

Je mag nooit ondertroeven! Alleen dus als je alleen nog maar troeven in je hand hebt, in welk geval je een willekeurige mag spelen.

Natuurlijk wordt de slag gewonnen door degene die de hoogste troef speelde, of anders de hoogste kaart in de gevraagde bloem.

Score
De speler met het meeste aantal punten in de slagen en roem wint een streepje. Spelen er vier, dan scoren de twee spelers met het meeste slagpunten & roem een streep. Iedereen die 21 of minder punten scoort, scoort een aardappel, die je markeert met een cirkel; deze persoon is 'in de zak' of  'onder jan'; iedere andere speler scoort een extra streepje voor iedere speler die onder jan is. Een aardappel dien je te annuleren met een streepje in volgende beurten. Een persoon wint de ronde met vijf of zeven streepjes, spreek dit van te voren af.

Varianten
Sommigen spelen dat er maar één persoon kan winnen, ook in een vier speler spel.
Sommigen spelen met de grens van 26 voor onder jan, waardoor degene die de Jas vast houdt niet automatisch boven jan kan spelen door hem te bewaren voor de laatste slag (20+5).

Schutjassen, 4 spelers - Spelregels

Schutjassen, 4 players

Schutjassen wordt nog altijd levendig gespeeld in Friesland, Drenthe en delen van Utrecht.
In de basis is dit spel hetzelfde als Kruisjas, het verschil is het bieden dat tijdens het spel plaats vindt.

Speel zoals bij Kruisjas, echter, bij het bepalen van troef volgt een biedronde; indien iemand denkt dat hij 100 punten kan behalen met zijn partner, dan zegt hij "Schut". De andere kant mag zeggen "Herschut" op een later punt gedurende het spel, als ze denken dat zij zelf 100 punten kunnen maken, zij nemen het contract over van de oorspronkelijke Schutters. Schut niemand, dan wordt er opnieuw gedeeld.

Als het spel gewonnen wordt door de Schutters, dan winnen zij 200 punten, en zelfs 300 punten als de tegenpartij onder jan is (minder dan 50 punten). Behalen de Schutters geen 100 punten, dan krijgt de tegenpartij 100 punten, of zelfs 200 als ze niet eens 50 punten behaalden.

Als de Herschutters winnen, dan krijgen ze 400 punten, zijn de Schutters onder jan dan juist 500 punten. Als de oorspronkelijke Schutters winnen dan winnen ze altijd 500 punten, ongeacht of de Herschutters onder jan zijn.

Nadat er "Schut" gezegd is mag de tegenpartij opgeven, in dat geval winnen de Schutters 100 punten. Na dat Herschut is gezegd, mogen de Schutters opgeven, in dat geval winnen de Herschutters 300 punten.

Er is nog een aanvullend bod van "Tout", waarbij de oorspronkelijke Schutters het contract weer overnemen van de Herschutters, wat het spel 900 punten waard maakt.

Score wordt bijgehouden op een boom, een verticale lijn met horizontale streepjes aan iedere zijde voor iedere 100 punten van de partijen.

Kruisjassen, 4 spelers - Spelregels

Kruisjassen, 4 spelers

Typische voorloper van modern Klaverjas.

Kaarten; 32, piket, slagvolgorde en punten;
Troefboer (Jas); 20 - Nel (9 of trumps); 14 - Aas; 11 - Heer; 3 - Dame; 2 - Boer; 1 - 10; 10 - 9-7; 0
Er bevinden zich 5 punten op de laatste slag.

Spelers; 4
Partners bepaal je door "omboeren", deel kaarten per speler uit tot hij een boer heeft, dit doe je voor alle spelers. De spelers met rode boeren worden partners, de spelers met zwarte boeren ook. Partners zitten om en om. Speler met de eerste boer wordt ook de deler.

Delen;
Deler schudt en deelt 8 kaarten (4 bij 4) aan iedere speler. Hij deelt de laatste kaart voor zichzelf omhoog wat de troef aangeeft.

Roemen;
Voordat de eerste kaart aan de eerste slag gespeeld wordt kun je kaarten in je hand roemen;

4 boeren; 200 punten
4 azen, heren of dames; 100 punten
Straat van 5 in dezelfde bloem; 100 punten
Straat van 4 in dezelfde bloem; 50 punten
Straat van 3 in dezelfde bloem; 20
Stuk (heer / vrouw van troef); 20

Roemen van een straat doe je alleen door het aantal kaarten te benoemen, als ook de hoogste kaart. Carré moet je wel specifiek benoemen. Nadat de eerste slag afgerond is moet je de kaarten laten zien. Doet een speler dit niet, dan wordt de roem afgekeurd.

Roem kan worden afgekeurd door de tegenpartij wanneer zij een hogere roem declareren. Alleen de hoogste roem scoort in dit geval. Hoogste roem bepaal je door het hoogste aantal kaarten, of anders door de hoogste kaart in de roem. Je mag alleen roemen als je roem hoger is dan alle roem reeds verklaard. Je mag meerdere soorten roem tegelijk roemen, maar kaarten mogen nooit onderdeel zijn van meer dan één soort roem, behalve stuk. Als 100 of meer roem gedeclareerd wordt op dit punt, speel je wel gewoon de hand uit, de 100 punten tellen gewoon als extra gewonnen hand.

Stuk hoef je niet op dit moment te roemen, dit kun je doen op het moment van het spelen van één van de twee. Stuk kan niet worden afgekeurd.

Roem kan ook in slagen vallen, en telt naar de winnende zijde van de slag als de winnaar deze roem verklaard.

Spelen;
Je moet altijd bedienen als je kunt, echter, je mag altijd troeven als je dat wilt. Je mag nooit een lagere troef spelen dan dat er reeds gespeeld is in de slag, in dat geval dien je een andere kaart op te gooien. Als troef gevraagd wordt moet je ondertroeven.

Punten moeten hardop geteld worden door één van de partners, en "ik dek" zeggen wanneer de 100 bereikt is. Heeft de tegenpartij nog geen 50 gewonnen, dan zijn ze onder jan en wordt de score van de winnende zijde verdubbelt.

Een doormars, of pit, is het behalen van alle slagen, dan verkrijgt deze zijde alle punten van de slagen en roem, en worden de punten verdriedubbeld. Als geen van beide zijdes de 100 behaalt, dan volgt er een nieuwe deling door dezelfde deler, en het spel gaat verder vanaf hier.

Hou een cumulatief bij van de punten in streepjes, per 100 punten één streep. Bepaal vooraf wat het eindtotaal is om het spel te winnen.

variant
oudere vormen van het spel gebruiken de Jas als een wilde kaart, die geen regels hoeft te volgen als het de laatste troef nog op handen is.